Gesubsidieëerde theatergezelschappen

Welke gezelschappen ontvangen meerjarige subsidie, van wie, en hoeveel? Onderstaande lijst geeft een indruk van de subsidiegelden die de landelijke overheid jaarlijks besteedt aan de productiezijde van de theatersector.

De basisinfrastructuur (BIS)

Vanuit de basisinfrastructuur (BIS) worden negen theatergezelschappen (vier grote, vier middelgrote en een Friestalig) en dertien jeugdgezelschappen verspreid over het land structureel gesubsidieerd in de kunstenplanperiode 2025-2028.

(In deze tabel zie je het toegekende subsidiebedrag per jaar.)
Theatergezelschappen 2025-2028
Het Nationale Theater (Den Haag) €3.375.200
Theater Rotterdam €3.375.200
Nationaal Interdisciplinair Theater Ensemble (NITE) €3.375.200
Theater Oostpool €3.375.200
Internationaal Theater Amsterdam €2.022.500
Theater Utrecht €2.022.500
Het Zuidelijk Toneel €2.022.500
Toneelgroep Maastricht €2.022.500
Tryater (Friesland) €2.017.801

Structurele subsidie van het Fonds Podiumkunsten (FPK)

Het Fonds Podiumkunsten stimuleert de pluriformiteit van het middelgrote en kleinschalige aanbod en richt zich daarbij op doorstroming, dynamiek en innovatie. 127 gezelschappen, makers(collectieven) en ensembles ontvangen subsidie voor de periode 2025-2028. Het gaat om een jaarlijks totaalbedrag 40,2 miljoen euro. Op de website van het FPK vind je een overzicht van de gezelschappen en de toegekende bedragen. 

Structurele subsidies van lagere overheden

Ook provincies en gemeenten verstrekken meerjarige subsidies. Een aantal landelijk bekende gezelschappen ontvangt meerjarige subsidie van een (grote) gemeente. In Amsterdam adviseerde de Amsterdamse Kunstraad over het Kunstenplan 2025-2028. In Rotterdam adviseerde de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur over de subsidies in het Cultuurplan 2025-2028 en in Utrecht was dit de Advies Commissie Cultuurnota.