
Cultuurbeleid
Cultuurbeleid van overheden draagt bij aan de instandhouding, ontwikkeling en verspreiding van kunst en cultuur, op zowel landelijk als internationaal niveau. Het bekendste middel dat hiervoor wordt gebruikt is subsidie, maar denk ook aan belastingmaatregelen en wet- en regelgeving zoals hoge en lage btw-tarieven en de Geefwet. Hiermee beïnvloedt het cultuurbeleid zowel de gesubsidieerde als de ongesubsidieerde organisaties.
Uitgangspunten
De uitgangspunten en beoordelingscriteria van het cultuurbeleid van de rijksoverheid worden eens in de vier jaar vastgesteld. Belangrijke uitgangspunten voor 2025-2028 zijn eerlijke beloning en vertrouwen in de culturele sector. Artistieke en inhoudelijke kwaliteit, maatschappelijke betekenis, toegankelijkheid en geografische spreiding zijn belangrijke beoordelingscriteria. Daarnaast is de onderschrijving van de Fair Practice Code, de Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie een subsidievoorwaarde.
Rijk en regio
Alle overheden formuleren hun eigen cultuurbeleid. Op rijksniveau wordt er onderscheid gemaakt tussen instellingen die wel en niet tot de culturele basisinfrastructuur (BIS) behoren. De BIS wordt direct gefinancierd door het ministerie van OCW en omvat de cultuurfondsen, sectorinstituten en instellingen die volgens de overheid van nationaal belang zijn. Veel culturele instellingen die niet tot de BIS behoren krijgen subsidie via een van de zes (BIS) overheidsfondsen: Fonds Podiumkunsten, Nederlands Filmfonds, Fonds voor Cultuurparticipatie, Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Nederlands Letterenfonds en Mondriaanfonds. Op provinciaal en gemeentelijk niveau ligt meer nadruk op het regionale en lokale cultuurbeleid en voorzieningen als cultuureducatie en amateurkunst.
Financiering van cultuurbeleid
De politiek bepaalt hoeveel overheidsgeld er beschikbaar wordt gesteld om het cultuurbeleid te financieren. Dit gebeurt zowel op rijksniveau, als bij provincies en gemeenten. Overheden en fondsen vragen vervolgens onafhankelijke adviseurs om de kwaliteit van subsidieaanvragen te beoordelen. Zij adviseren over toekenningen aan bepaalde instellingen, projecten, gezelschappen of kunstenaars.
Uitgaven op rijksniveau worden in de media vaak uitgebreid besproken. Toch zijn de subsidies die door het rijk worden verstrekt grofweg maar 30% van de totale som aan subsidies. Gemeenten verstrekken samen met 60% het grootste deel van alle cultuursubsidies. De provincies verstrekken samen een aandeel van 10%.
Mediabeleid
Voor de media (radio- en tv-omroepen, kranten en internet) is een apart beleid opgesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dit mediabeleid zorgt ervoor dat de media in Nederland een gevarieerd aanbod aan radio- en televisiezenders vormen, dat ze onafhankelijk kunnen werken en voor iedereen toegankelijk zijn.
Daarnaast ziet de overheid erop toe dat de media op een verantwoorde manier gebruikt worden. De Europese richtlijn Audiovisuele Mediadiensten en de Mediawet vormen de basis van het mediabeleid. Het Commissariaat voor de Media is, namens het ministerie van OCW, toezichthouder op de Nederlandse audiovisuele mediadiensten.
Direct naar: