Stappenplan balans opmaken

Aan het einde van het jaar maak je de balans van je onderneming op. Dit geeft een overzicht van je financiële situatie.

1. Maak een inventarisatie

ACTIVA (debet)
1A

  • Heb je een atelier/werkruimte/kantoor gekocht? Bepaal de waarde.
  • Welke apparatuur heb je? Bepaal de dagwaarde.
  • Waar bestaat je inventaris uit? Bepaal de dagwaarde.
  • Heb je apparatuur/machines? Bepaal de dagwaarde.
    Tel deze bedragen op.

1B

  • Heb je voorraden werk en materiaal? Bepaal de waarde.
  • Heb je openstaande rekeningen aan klanten? Voor hoeveel?
  • Heb je nog btw (voorbelasting) te vorderen? Hoeveel?
    Tel deze bedragen op.

1C

  • Heb je geld op een of meer rekeningen? Hoeveel?
  • Heb je kasgeld? Hoeveel?
    Tel deze bedragen op.

PASSIVA (credit)
1D

  • Heb je een hypotheek op je atelier? Voor hoeveel nog?
  • Heb je leningen die langer duren dan een jaar? Hoe groot zijn deze?
    Tel deze bedragen op.

1E

  • Sta je rood bij de bank? Voor hoeveel?
  • Moet je nog rekeningen betalen aan leveranciers? Hoe groot is dit bedrag?
  • Moet je nog ontvangen btw betalen aan de Belastingdienst? Hoeveel?
    Tel deze bedragen op.

1F

  • Tel de bedragen van A, B + C bij elkaar op.
  • Doe hetzelfde met de bedragen D + E.
    Trek het totaalbedrag van D+E af van het totaalbedrag van A+B+C. De uitkomst is je eigen vermogen.

2. Vul de balans in

Naam onderneming of kunstenaar: .......
Balans per: .......

Het totaal van A+B+C is gelijk aan het totaal van D+E+F: de balans is gelijk. Bewaar de berekeningen van stap 1. Zo kun je altijd terugzien hoe je tot je balans bent gekomen.
Activa (debet)   Passiva (credit)  
Vaste kapitaalgoederen € ... A ... Eigen vermogen € ... F ...
Vlottende kapitaalgoederen € ... B ... Vreemd vermogen lange termijn € ... D ...
Liquide middelen € ... C ... Vreemd vermogen korte termijn € ... E ...
     
Totaal A + B + C € ........... Totaal F + D + E € ...........