Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)

Als je als werknemer na een ziekteperiode van twee jaar, niet volledig aan de slag kan, bekijkt UWV of je recht hebt op een uitkering op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).

Introductie

In de WIA wordt uitgegaan van wat de afgekeurde werknemer nog wel kan. Als je gedeeltelijk arbeidsgeschikt bent kan je hulp krijgen bij het vinden van werk. De WIA wordt door het UWV uitgekeerd. Het risico voor de WIA kan door de werkgever worden ondergebracht bij het UWV of een private verzekeraar. Een werkgever kan het risico ook zelf dragen.

De WIA is opgebouwd uit twee regelingen, de IVA (Inkomensregeling Volledig Arbeidsongeschikten) en de WGA (regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten).

Direct naar:

Ziektewet

Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA)

De IVA is bedoeld voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikte werknemers die niet meer aan het werk kunnen. Volledig arbeidsongeschikten met een geringe kans op herstel worden elk jaar opnieuw gekeurd. Een IVA-uitkering bedraagt maximaal 75% van het WIA-maandloon. Dit WIA-maandloon wordt berekend naar aanleiding van wat er in het jaar vóór ziekte werd verdiend. Als de werknemer beter wordt gaat hij over naar de WGA. Is dit niet het geval, dan blijft hij in de IVA.

Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)

Als je gedeeltelijk arbeidsgeschikt bent, krijg je te maken met de WGA . Er zijn drie verschillende WGA uitkeringen: de loongerelateerde uitkering, loonaanvullingsuitkering en de vervolguitkering. Bij de WGA gaat het vooral om wat je nog wel kunt en of je loonverlies lijdt.