Internationaal cultuurbeleid

Culturele uitwisselingen inspireren en dragen bij aan wederzijds begrip. Het kan lastige politieke en maatschappelijke onderwerpen bespreekbaar maken. Daarom hebben de ministeries van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een internationaal cultuurbeleid opgesteld voor de periode 2025-2028. Deze ministeries dragen met hun kennis, netwerk en subsidies bij aan internationale culturele samenwerking. Daarnaast zorgen de ambassades voor een internationaal netwerk.

Voor 2025-2028 zijn de volgende drie beleidsdoelen vastgesteld:

• Een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland;
• Het ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen;
• De kracht van de culturele en creatieve sector gebruiken voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling, om de Sustainable Development Goals te bereiken.

Staatsbezoeken en handelsmissies
Bij staatsbezoeken en handelsmissies worden vaak culturele organisaties meegevraagd om op te treden. Dit is een cultureel cadeau wat aan het ontvangende land gegeven wordt. De zogeheten contraprestatie. 

De focus van het cultuurbeleid ligt op 24 landen met de grootste artistieke en economische kansen, kwaliteit, maatschappelijke relevantie, historische banden en buitenlandpolitieke belangen. Dat zijn in Europa: België, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Polen, Spanje, Turkije, Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk. Buiten Europa: Egypte, Ghana, Marokko, Zuid-Afrika, Australië, China, India, Indonesië, Japan, Sri Lanka, Zuid-Korea, Brazilië, Suriname en de Verenigde Staten. Met deze landen wordt gewerkt op basis van de volgende principes: wederkerigheid, diversiteit, inclusie en rechtvaardigheid, maatschappelijke impact en ecologische en sociale verduurzaming. Bij DutchCulture vind je een overzicht van de activiteiten met deze landen. Daarnaast geven ze per land een korte samenvatting van de samenwerking en een contactpersoon.
 

Het overheidsbudget voor internationaal cultuurbeleid is ongeveer €21 miljoen per jaar.  Dit wordt verdeeld over diverse Rijkscultuurfondsen, culturele instellingen, internationale culturele programma’s en inzet van cultuur binnen de diplomatie. Zo werkt het Eye Filmmuseum bijvoorbeeld aan de internationale promotie van Nederlandse Films, en ondersteunt het agentschap van het Nieuwe Instituut de internationale positie van Nederlandse ontwerpers. Het Fonds voor Cultuurparticipatie en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed adviseren over internationale samenwerkingen. Het Fonds Podiumkunsten biedt diverse subsidieregelingen voor optredens in het buitenland.

Zoek jij subsidie voor een internationaal project?
Kijk dan op DutchCulture bij hun opties voor Funding. De subsidieregelingen van bovenstaande fondsen zijn hierin opgenomen.

Ook binnen de EU wordt samengewerkt op het gebied van cultuurbeleid. Bijvoorbeeld met Creative Europe, het ondersteuningsprogramma van de Europese Commissie voor de culturele en audiovisuele sector. Dit programma loopt van 2021 tot 2027 en heeft een budget van 2,4 miljard voor zeven jaar. Er zijn drie deelprogramma’s voor cultuur, media en cross-sectorale projecten. Ook initiatieven zoals de Culturele Hoofdstad van Europa en het Europees Erfgoedlabel horen hierbij. DutchCulture/Creative Europe Desk NL is het service- en informatiepunt voor het Creative Europe-programma in Nederland.

De EU is ook medefinancier van initiatieven als Creatives Unite, een organisatie die de status en arbeidsomstandigheden van de culturele en creatieve sector in de EU in kaart brengt. En van Culture Action Europe, het netwerk dat optreedt als politieke stem in het debat over kunst- en cultuurbeleid.