Inkomstenbelasting

Je inkomen wordt belast in drie verschillende boxen. Hoeveel inkomstenbelasting je uiteindelijk moet betalen wordt bepaald in de jaarlijkse belastingaangifte. Let op: de aangifte omzetbelasting (btw) is een ander soort belasting en staat hier volledig los van.

Box 1, 2 en 3

De inkomstenbelasting wordt in Nederland berekend over de inkomsten in drie verschillende ‘boxen’.

Box 1: Inkomen uit arbeid en eigen woning  
Inkomen uit arbeid is je loon uit dienstbetrekking, je winst uit onderneming en/of inkomsten uit overige werkzaamheden. Opgeteld vormt dit je bruto jaarinkomen. Bezit je een koophuis, dan heeft dat ook gevolgen voor de inkomstenbelasting.

Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang
In box 2 wordt je inkomen over een aanmerkelijk belang belast. Dat is van toepassing als je bijvoorbeeld meer dan 5% van de aandelen van een bv of nv bezit.

Box 3: Inkomen uit vermogen, de vermogensrendementsheffing
Heb je bezittingen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Zijn deze bezittingen meer waard dan de hoogte van je eventuele schulden? Dan heb je vermogen. Of en hoeveel belasting je over dat vermogen moet betalen, hangt af van de hoogte. Er bestaat een heffingsvrij vermogen waar je geen vermogensbelasting over hoeft te betalen (€ 57.000 in 2024).

Direct naar:

Belasting

Inkomen uit arbeid (box 1)

Voor de inkomstenbelasting zijn er drie bronnen van inkomen uit arbeid: loon uit dienstbetrekking, winst uit onderneming en inkomsten uit overige werkzaamheden. In deze box wordt je belastbaar inkomen berekend.

Loonbelasting voor werknemers
Voor werknemers in loondienst wordt loonbelasting ingehouden van het bruto salaris. De werkgever regelt dit en geeft je (maandelijks) een loonstrook waarop staat hoeveel belasting is ingehouden op je loon en wat dus namens jou aan de Belastingdienst is betaald. Na afloop van het kalenderjaar krijg je een jaaroverzicht. Deze heb je nodig bij je belastingaangifte. Loonbelasting is eigenlijk een voorheffing van de inkomstenbelasting in box 1, die wordt verrekend bij de belastingaangifte.

Winst uit onderneming
Als zelfstandig ondernemer heb je geen werkgever die je belasting alvast afdraagt. Dit moet je zelf reserveren van de winst die je maakt. Je houdt een boekhouding bij en aan het eind van het jaar maak je de balans en winst- en verliesrekening op. Deze jaarstukken heb je nodig voor je aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst legt je, op grond van je inkomstenprognoses wel vaak al een voorheffing op. Bij de belastingaangifte wordt deze voorheffing verrekend.

Inkomen uit overige werkzaamheden
Hieronder vallen de inkomsten die je niet maakte als zelfstandig ondernemer en/of werknemer in loondienst. Denk aan eenmalige en incidentele opdrachten. Dit wordt ook wel ‘resultaat uit overige werkzaamheden’ genoemd. Je wordt dan geen ondernemer, maar ‘resultaatgenieter’ genoemd. Je moet over deze inkomsten nog belasting betalen. Je mag de kosten die je hiervoor hebt gemaakt aftrekken.

Aftrekposten en bijtellingen in box 1
Afhankelijk van je persoonlijke situatie heb je recht op bepaalde aftrekposten of moet je bijtellingen
hanteren. Dat betekent in de praktijk meestal dat je belastbaar inkomen lager uitvalt en je minder belasting betaalt. De belangrijkste aftrekposten zijn:

  • Aftrekposten van de eigen woning, premies voor lijfrente, zakelijke kosten, zorgkosten en giften.
  • Als zelfstandig ondernemer heb je recht op kostenaftrek, investeringsaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Voldoe je ook aan het urencriterium? Dan heb je ook recht op zelfstandigenaftrek, en (drie jaar) startersaftrek.

Voorbeeld bijtelling: Heb je een auto ter beschikking van je werkgever? Dan tel je een bedrag op bij je inkomen en betaal je dus uiteindelijk wat meer belasting.

Na het verwerken van aftrekposten en bijtellingen resteert je belastbaar inkomen. Hierover wordt de belasting 'progressief' berekend. Dit betekent dat wanneer je inkomen toeneemt, je procentueel meer belasting gaat betalen. Je inkomen wordt opgesplitst in 'schijven'. In elke schijf betaal je een ander percentage belasting. Heb jij inkomen ontvangen uit verschillende bronnen? Dan is er een reële kans dat bij de jaarlijkse belastingaangifte blijkt dat je te veel of te weinig belasting hebt betaald gedurende het jaar.

Heffingskorting

Iedereen die inkomstenbelasting moet betalen heeft recht op heffingskorting. Dit is een bedrag dat in mindering wordt gebracht op de uiteindelijk te betalen belasting. Dus nadat alle berekeningen in box 1, 2 en 3 zijn gemaakt.

  • Algemene heffingskorting
  • Arbeidskorting voor iedereen die inkomen heeft uit arbeid

Als je maandelijks inkomen uit loondienst hebt ontvangen, dan is hier waarschijnlijk al heffingskorting over verrekend. Je mag deze heffingskorting maar bij één werkgever vooraf laten verrekenen, anders krijg je te veel heffingskorting en moet je dit achteraf terugbetalen.

Aanslag bijdrage Zorgverzekeringswet

Ben je in loondienst? Dan draagt de werkgever de bijdrage Zorgverzekeringswet af. Over je inkomsten uit onderneming en inkomsten uit overige werkzaamheden moet je deze nog afdragen. Het bedrag wordt bepaald bij de aangifte inkomstenbelasting. Je ontvangt een aanslag na de aangifte.

Middelingsregeling (t/m 2024)

Het inkomen kan sterk dalen of stijgen. Bij stijging kan je inkomen in een hogere belastingschijf komen. Je betaalt dan over een deel van je inkomen meer belasting. In dat geval kun je gebruik maken van de middelingsregeling. Je berekent dan een gemiddeld inkomen over drie jaar. Hierdoor daalt het (hogere) inkomen wat in de hogere belasting schijf valt en ben je alsnog minder belasting verschuldigd.

Per 1 januari 2023 is de middelingsregeling vervallen. Het laatste tijdvak waarover je kunt middelen is 2022, 2023 en 2024.