Architectuurbeleid

Beleid en regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening heeft grote gevolgen voor de architectonische praktijk. De belangrijkste ministeries voor architectuurbeleid zijn het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het ministerie van Economisch Zaken en Klimaat (EZK). 

Infrastructuur en Waterstaat en architectuurbeleid

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is verantwoordelijk voor de kwaliteit van onze infrastructuur en een verantwoorde inpassing in de leefomgeving. 

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) schetst het rijk ambities van het ruimtelijke mobiliteitsbeleid voor Nederland in 2040. Op de site van het ministerie staat informatie over de consequenties voor de ruimtelijk ontwerper. Dat betreft woonlocaties en verstedelijking, natuur en duurzaamheid, landschap en waterbeheer, bereikbaarheid en infrastructuur, ruimtelijke diversiteit en economische functionaliteit. Het Rijk bemoeit zich alleen met de hoofdlijnen van het beleid en inrichtingsprincipes. Gemeenten nemen de concrete beslissingen over de inrichting van de directe woonomgeving. 

OCW en architectuurbeleid

Het ministerie van OCW werkt aan een slim, vaardig en creatief Nederland. In de ‘Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp’ wordt het beleid voor de komende periode uitgelegd. Het versterken van de rol van ontwerpers en excellent opdrachtgeverschap krijgen een prominente plaats hierin. OCW is daarnaast ook van belang omdat het veel geld beschikbaar stelt aan subsidiefondsen en architectuurinstellingen. 

Binnenlandse Zaken en architectuurbeleid

Het ministerie van BZK richt zich onder andere op de kwaliteit van woningen en andere gebouwen en schept randvoorwaarden voor een goede werking van de woningmarkt.

Rijksbouwmeester
De rijksbouwmeester is de eerste adviseur van het Rijksvastgoedbedrijf, dat valt onder het ministerie van BZK. De rijksbouwmeester is de voorzitter van het College van Rijksadviseurs (CRa). Het is een onafhankelijk adviescollege dat het kabinet gevraagd en ongevraagd adviseert over ruimtelijke kwaliteit. De rijksbouwmeester bevordert en bewaakt de architectonische kwaliteit en de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing. Het CRa adviseert bij de toepassing van beeldende kunst van rijksgebouwen. Het CRa onderzoekt mogelijke herbestemming van gebouwen en gronden en stimuleert het onderwijs en de vakbekwaamheid van architecten. 

Bouwbesluit
Iedereen die gaat (ver)bouwen moet voldoen aan het Bouwbesluit. In dit besluit staan technische minimumeisen voor de constructie, veiligheid, gezondheid, energiezuinigheid en het milieu. Daarvoor zijn er bepaalde grenswaarden vastgelegd: bijvoorbeeld de minimale afmeting van de deurhoogte, van de trap en van de hoogte van het plafond. Je kunt het Bouwbesluit online raadplegen.

Welstand
Bouwplannen van een architect worden vaak beoordeeld op 'welstand'. Elke Nederlandse gemeente heeft het welstandsbeleid vastgelegd in een welstandsnota. De welstandscommissie voert namens de gemeente welstandszorg uit. Welstandscommissies beoordelen op basis van plaatselijke omstandigheden en het vakmanschap en de zorgvuldigheid van de architect. Materialisering, maatverhouding, detaillering, gevel- en kapvorm, relatie tot omgeving en belendingen zijn daarbij van belang.

Economische Zaken en Klimaat en architectuurbeleid

Het ministerie van EZK staat voor een duurzaam, ondernemend Nederland. Dit ministerie gaat onder andere over de aanbestedingswet en het ondernemersklimaat. Daarnaast is het bezig met de Omgevingswet die vanaf 2022 het starten van bouwprojecten moet vereenvoudigen. De Crisis- en herstelwet (Chw) maakt dit nu al mogelijk, bijvoorbeeld door bestaande regels aan te passen.